Herkenbaar als kerk, trek de aandacht
Na jaren van voorbereiding (en sparen) werd op 19 november 1999 het kerkgebouw voor onze gemeente en de gemeente van Hoogland geopend. In het ‘programma van eisen’ is destijds beschreven wat het gebouw moet uitdragen:
“Het gebouw moet zowel door vorm als door uitstraling, als kerkgebouw herkenbaar zijn. De vorm en uitstraling hebben de functie om de aandacht te trekken van de omgeving voor de kerk. De kerk mag niet onzichtbaar zijn in de wijk maar moet een signaal geven. De voorkeur gaat uit naar een modern gebouw. Geloven is van deze tijd en voor alle leeftijden.”
Over de naam Boogkerk
De naam van de kerk werd door de sectieraden van Hoogland en Nieuwland (toen onderdelen van de kerkenraad van Amersfoort-Noord) na een prijsvraag uit vele inzendingen gekozen. De naam ‘Boogkerk’, bedacht door onze zr. J. van Maanen – Pijp, is behalve een verwijzing naar de vorm, ook passend in de buurt, waar diverse straatnamen zijn met een boog (Regenboog, Hoge- en Lage Boog).
En verder is er ook de link naar Genesis 9 vers 13 -16:
“mijn boog stel Ik in de wolken, opdat die tot een teken zij van het verbond tussen Mij en de aarde. Wanneer ik dan wolken over de aarde breng en de boog in de wolken verschijnt, zal ik mijn verbond gedenken, dat tussen Mij en u en alle levende wezens van alle vlees bestaat, zodat de wateren niet weer tot een vloed zullen worden om al wat leeft te verderven. Als de boog in de wolken is, dan zal Ik hem zien, zodat ik mijn eeuwig verbond gedenk tussen God en alle levende wezens van alle vlees, dat op aarde is”
In 2001 won het kerkgebouw de architectuurprijs van Amersfoort en werd bestempeld als ‘mooiste gebouw’ van de Keistad.
De architect over de Boogkerk
Tot zover het programma van eisen. Tijdens de opening van het kerkgebouw voerde Albert Jan Braakman, de architect van de Boogkerk, het woord. Hieronder volgt een gedeelte van zijn speech, waarin hij aangeeft waarom hij koos voor de vorm van het gebouw:
“Dit gebouw is in de plaatselijke pers een knipoog naar de gotiek genoemd. Wat mij betreft is dat een compliment. Je zou het een vrijgemaakte gotische kerk kunnen noemen. Om dit te verduidelijken wil ik graag wat parallellen trekken.
Het gebouw heeft duidelijke wortels in de traditie, met eigentijdse materialen is gebruik gemaakt van oude vormen. Herkent u hierin ook de discussie in de kerk op welke eigentijdse manier wij met oude elementen de liturgie vormgeven?
Het gebouw is hoog, heeft nadrukkelijk een verticale dimensie, een oud thema in de kerkbouw. Wij willen kerk zijn in afhankelijkheid van onze Vader in de Hemel.
Onderwijs is een sterke basis in ons kerkelijk leven. In het basement worden de catechisaties gegeven en onderwijzen wij elkaar uit de bijbel.
Het gebouw heeft een eenvoudige, duidelijke vorm. Is een eenheid. Een sterk punt in de vrijgemaakte kerk. Maar, dit aspect heeft ook een andere kant. Je moet er oog voor hebben of er bij betrokken zijn om de complexiteit en de veelkleurigheid achter de eenvoud en de duidelijkheid te zien.
Hoe rijk is het om oog te hebben voor de complexiteit en de veelzijdigheid achter de eenvoud van bijvoorbeeld de belijdenissen. Daarmee past het gebouw helemaal in de traditie van de vrijgemaakte kerk.
De complexiteit en veelzijdigheid van het gebouw is ons blijven verrassen. En met ons bedoel ik alle partijen die betrokken zijn bij de bouw.
Om een voorbeeld te noemen voor de complexiteit die achter de eenvoud verscholen zit: de staalconstructie bestaat uit een groot aantal onderdelen, nu is dat niet zo bijzonder, maar alle onderdelen zijn uniek en alle aansluitingen tussen de onderdelen onderling zijn verschillend. De tekenaar noemde het monnikenwerk, u hoort het, ook al kerkgeschiedenis. Het gebouw is af en kan gebruikt gaan worden waar voor het bestemd is. Een kerkgebouw. Wat maakt een gebouw nu een kerkgebouw? Er moet eerst een kerk zijn voordat er sprake kan zijn van een kerkgebouw. De kerk geeft aan het gebouw de betekenis van kerkgebouw. Als dat gebeurd kan het gebouw er een teken van zijn dat er een kerk is. Zo is het in de geschiedenis gegaan. Kerken lieten gebouwen bouwen, door het gebruik werden het kerkgebouwen. De gebouwen werden door hun bestemming een teken van de aanwezigheid van een kerk.
Bij het bouwen van kerkgebouwen hebben kerken hun denken over het kerk-zijn vorm gegeven. Er werd zichtbaar gemaakt welke positie de kerk in de samenleving innam. Het is ook altijd een zoektocht geweest binnen de beperkingen van bouwtechniek en bouwmaterialen. Zo konden de gotische kathedralen pas gebouwd worden na de ontwikkelingen vanuit de Romaanse bouwkunst. In die ontwikkeling zat een continuïteit. Ook in het denken over het kerk-zijn en het gebouw dat daarvoor nodig was zat continuïteit. Dit heeft het mogelijk gemaakt dat er zich in tijd en traditie een vormentaal ontwikkelde, die specifiek bij kerkgebouwen ging horen. Dit noemen we sacrale architectuur. Daarmee kreeg deze architectuur betekenis op zichzelf.
Het teken (het kerkgebouw was immers een teken van de aanwezigheid van de kerk op die plaats) krijgt betekenis op zichzelf.
Op basis van deze ontwikkeling kon in het programma van eisen gevraagd worden, om een gebouw dat herkenbaar moest zijn als kerkgebouw. Dit is een wens om met sacrale architectuur een teken te plaatsen in Nieuwland.
In het programma van eisen wordt ook omschreven waar het gebouw voor gebruikt moet kunnen worden. Daarmee is een vertaling gegeven van het denken over het kerk-zijn in deze tijd, naar een gebouw dat daarvoor nodig is.
Een gebouw biedt de faciliteiten die de gemeente nodig heeft. Bij het combineren van deze twee wensen, een gebouw dat herkenbaar is als kerkgebouw, en een gebouw waarin de gemeente van Christus in deze tijd goed kan functioneren, gaan we er van uit dat deze twee uitgangspunten niet strijdig zijn.
Ik spreek de wens uit dat dit kerkgebouw vooral door het gebruik betekenis mag krijgen.”
Tot zover de architect.